Schiphol mag verliezen uit de coronaperiode doorberekenen in de tarieven voor luchtvaartmaatschappijen die de luchthaven gebruiken. Luchtvaartbedrijven klagen al een tijdlang over de sterk gestegen havengelden. Voor de rechter betoogden ze dat de met 37 procent verhoogde prijzen buitensporig zijn. Maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat er van onredelijke tarieven geen sprake is.

De luchtvaartbranche klaagde eerder bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de stijging. Maar de toezichthouder voor de tarieven van Schiphol zag geen probleem en wees de klachten af.

Tarieven Schiphol voor luchtvaartmaatschappijen niet buitensporig hoog, volgens rechter

In de rechtszaak bij het CBb betoogden KLM, easyJet en brancheorganisatie IATA dat luchtvaartmaatschappijen dubbel geraakt worden door de hogere kosten op Schiphol. Zij leden zelf namelijk ook forse verliezen door de pandemie.

Maar de hoogste rechter voor economisch bestuursrecht komt na een vergelijking met andere luchthavens tot de conclusie dat de tarieven van Schiphol niet buitensporig hoog zijn.

Dat komt doordat het begrip "redelijk" een speciale betekenis heeft in de wetgeving voor de luchtvaart. Het gaat er daarbij vooral om dat Schiphol als nationale luchthaven geen misbruik maakt van zijn machtspositie. En dat was volgens het CBb niet het geval.

Tegen de uitspraak is geen beroep meer mogelijk. Dat betekent dat de tarieven voor het gebruik van Schiphol nu definitief vaststaan.

LEES OOK: Schiphol maakt weer winst dankzij exploitatie vastgoed – faciliteren van de luchtvaart is nog verliesgevend